Orval wordt schaars, toekomst niet zeker
Het Belgische Orval neemt een bijzondere positie in als het gaat om trappist. Het bier is ongewoon kruidig en bitter voor het genre, en de monniken van deze abdij brouwen in tegenstelling tot veel andere trappistenbrouwerijen maar één variant.
Maar dat bier heeft het momenteel niet makkelijk. Volgens een statement van de monniken op de website van Orval kunnen ze steeds moeilijker voldoen aan de vraag naar het speciaalbier. De reden daarvan is even eenvoudig als pijnlijk: het aantal monniken neemt af. Er is simpelweg te weinig tot geen aanwas van nieuwe monniken in het klooster met de sierlijke naam Abbey of Notre Dame d’Orval. Momenteel brouwen de twaalf resterende paters zo’n 70.000 hectoliter per jaar, en dat is eigenlijk te weinig om aan de vraag te voldoen. Ter vergelijking: in de jaren ’80 beschikte de abdij nog over 35 man. Het is dan ook nog maar de vraag of ze hun officiële trappistenstempel kunnen behouden.
Dat baart ons zorgen. Orval is niet alleen vanwege zijn smaak een distinct biertje dat wat ons betreft niet mag verdwijnen, maar heeft ook geschiedkundige waarde: het was de eerste Belgische trappisterij die zijn bier in 1931 op nationaal niveau commercieel aan de man bracht.
Het ‘gevalletje Orval’ staat niet op zichzelf. Een andere, stuk noordelijker gelegen trappistenbrouwerij heeft het om dezelfde reden moeilijk: Achel. Het trappistenleven is nu eenmaal niet populair en zal dat in de (nabije) toekomst ook niet worden. Door het ‘natuurlijke verloop’ worden bierbrouwende monniken een uitstervend ras.