Vijf minder bekende speciaalbieren die je net zo goed kunt laten staan
Als bierliefhebber wil je natuurlijk dat je dappere pogingen de moeite waard blijken. Je reist soms immers stad en land af, op zoek naar dat ene lekkere biertje. Dat brouwsel dat al je smaakpapillen in vuur en vlam zet, en je een bijna onvergetelijke ervaring bezorgt. Als het bier in kwestie vervolgens een slappe bedoeling blijkt, dan is dat terecht een teleurstelling. Deze vijf bieren zijn niet per se smerig, maar maken simpelweg op geen enkele manier indruk.
Croy Blond
Deze blonde variant van Croy wordt gebrouwen door de Steenberge Brouwerij, vooral bekend van het prima Gulden Draak. Croy speelt zijn wedstrijden duidelijk wat divisies lager. De geur is een klein beetje fruitig, met hier en daar wat gist. De aroma’s zijn zo subtiel aanwezig dat je goed je best moet doen om ze te ontwaren. De smaak is al niet veel beter: wat zacht fruit, wat gist, wat koolzuur. De nasmaak is een beetje ‘ijzerig’ en vloeit vrijwel direct weg. Van enige bitterheid is nauwelijk sprake. Zonde.
Dulle Griet
De Scheldebrouwerij brouwt prima speciaalbieren. Zo is de ‘Zeezuiper’ wat mij betreft een van de betere Belgische tripels en eigenlijk goed te drinken bij iedere gelegenheid. De Dulle Griet is een Belgische dubbel die beduidend minder indruk maakt. De geur is mild, en wat je ruikt doet denken aan muffige sigarenkistjes. Het mondgevoel is bedrieglijk waterig; het lijkt net of hier kraanwater doorheen gemengd is. Voor de rest is het brouwsel een typische dubbel, maar dan met een fabrieksmatig karakter zoals we dat kennen van bijvoorbeeld Grimbergen. Vooral heel veilig en ’toned down’: wat donker fruit, een klein bittertje op het eind. Geen smerig bier, maar het ontbeert simpelweg aan smaak en karakter. Kun je net zo goed een sixpack Leffe Dubbel halen.
Zottegemse Grand Cru
De naam belooft wat: vaak staat een ‘Grand Cru’ voor het beste wat een brouwer te bieden heeft. Ik hoop oprecht dat dat hier niet het geval is. Deze amberkleurige, sterke ale ruikt naar gist, en daar smaakt het ook vooral naar. Hier en daar een pepertje op de tong, maar de gist en alcohol nemen snel de overhand. Waterig is het bier in ieder geval niet, het mondgevoel is lekker dik, maar het weinige koolzuur doet daar weer afbreuk aan. De nasmaak, een heel klein hopje en weer dat gist, verdwijnt al snel als sneeuw voor de zon. In dit geval kunnen we er niet rouwig om zijn.
Cookie beer
Direct na de eerste slok weet je het: dit is goed mis. Geen van de hier beschreven bieren zijn echt ranzig, behalve deze. De smaaknotities: zoetstof, kaneel, vettig koekdeeg, zoete peperkoek, suiker. Prima, maar niet in een bier. Je maag gaat ook naar een paar slokken protesteren. Laten staan, altijd, overal: dit bier lijkt haast niet bedoeld voor consumptie, maar heeft de juiste papieren voor een enkeltje gootsteen. Letterlijk misselijkmakend.
Heksemiebier
Een spannende naam voor een Belgisch bier dat in eerste instantie je probeert te verleiden met typische Belgische gistaroma, maar dan met meer hop. Toch wordt het na de eerste slok al duidelijk dat die verwachtingen niet waar worden gemaakt. Veel koolzuur, veel zoet, veel gist, maar verder gebeurt er eigenlijk niet zoveel. Bovendien is het schuim na enkele seconden dusdanig ingezakt dat je driftig het brouwsel begint rond te draaien in je glas om er nog iets van leven
in te krijgen.